Tijdens de training
Suunto Ambit2 geeft aanvullende informatie tijdens uw training. Welke aanvullende informatie u ontvangt, is afhankelijk van de sportmodus die u selecteert. Zie Sportmodi. U krijgt ook meer informatie als u tijdens de training een hartslagband en GPS gebruikt.
Met de Suunto Ambit2 kunt u zelf bepalen welke informatie u op het scherm wilt zien. Zie Aangepaste sportmodi voor informatie over het aanpassen van de schermen.
Hier volgen een paar ideeën over het gebruik van het horloge tijdens de training:
- Druk op om meer schermen te openen.
- Druk op om meer weergaven te openen.
- Vergrendel de knoppen door ingedrukt te houden om te voorkomen dat u ongewild de opname stopt of meer rondes aflegt dan u had gewild.
- Druk op om de opname te onderbreken. In het logboek wordt de pauze aangegeven als een rondemarkering. Druk opnieuw op om de opname te hervatten.
Tracks opnemen
Afhankelijk van de geselecteerde sportmodus kunt u met uw Suunto Ambit2 allerlei informatie vastleggen tijdens de training.
Als u GPS gebruikt terwijl u een log opneemt, legt de Suunto Ambit2 ook uw track vast. U kunt deze later in Movescount bekijken. Als u uw track vastlegt, verschijnen de pictogrammen voor opname en voor GPS in het bovenste deel van het scherm.
Rondes maken
Tijdens de training kunt u rondes vastleggen. U kunt dit handmatig doen, of automatisch door het autolap-interval in te stellen in Movescount. Als u automatisch rondes vastlegt, worden deze door Suunto Ambit2 opgenomen op basis van de afstand die u in Movescount hebt opgegeven.
Om handmatig rondes vast te leggen, drukt u tijdens de training op
.Suunto Ambit2 geeft de volgende informatie:
- bovenste rij: tussentijd (tijd vanaf de start van het logboek)
- middelste rij: rondenummer
- onderste regel: rondetijd
In het overzicht van de training wordt altijd minstens één ronde vermeld, namelijk uw training van start tot finish. De rondes die u tijdens de training aflegt, worden als extra rondes vermeld.
Hoogte opnemen
Uw Suunto Ambit2 slaat al uw bewegingen in hoogte (de meters die u stijgt en daalt) tussen de start- en stoptijd van de log op. Als u bezig bent met een activiteit waarbij uw hoogte wijzigt, kunt u de hoogtewijzigingen registreren en de opgeslagen gegevens later bekijken.
Standaard wordt de hoogte gemeten met behulp van FusedAlti. Voor meer informatie, zie FusedAlti.
Hoe de hoogte vast te leggen:
- Zorg dat het profiel Hoogtemeter is geactiveerd.
- Druk op om het startmenu te openen.
- Druk op Training te selecteren. om
- Blader met of naar de sportmodi en selecteer de gewenste modus met .
- Wacht totdat het apparaat meldt dat het hartslag- en/of GPS-signaal is gevonden, of druk op Later. Het apparaat gaat door met zoeken naar het hartslag-/GPS-signaal. Druk op om te beginnen met de opname. en selecteer
Hoogte instellen tijdens een training
In de meeste sportmodi kunt u de hoogte handmatig instellen tijdens een training.
Hoe uw hoogte in te stellen tijdens een training:
- Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u ingedrukt om het optiemenu te openen.
- Scroll met Hoogte en bevestig met . naar
- Stel uw hoogte in met en .
- Accepteer met .
Kompas gebruiken tijdens de training
U kunt het kompas activeren en toevoegen aan een aangepaste sportmodus tijdens uw training.
Hoe het kompas te gebruiken tijdens de training:
- Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u ingedrukt om het optiemenu te openen.
- Blader naar Activeren met en selecteer met .
- Blader naar Kompas met en selecteer met .
- Het kompas wordt als laatste display op de aangepaste sportmodus weergegeven.
Ga terug naar Activeren in het optiemenu om het kompas te deactiveren en selecteer Kompas beëindigen.
De intervaltimer gebruiken
U kunt in Movescount aan elke aangepaste sportmodus een intervaltimer toevoegen. Om een intervaltimer toe te voegen aan een sportmodus, selecteert u de modus en gaat u naar Geavanceerde instellingen. Als u met uw Suunto Ambit2 de volgende keer verbinding maakt met uw Movescount-account, wordt de intervaltimer gesynchroniseerd met uw horloge.
U kunt de volgende informatie opgeven in de intervaltimer:
- intervaltypes (hoog en laag interval)
- de duur of de afstand voor beide intervaltypes
- het aantal keren dat de intervallen herhaald worden
Als u het aantal keren herhalen voor de intervallen niet instelt in Movescount, dan zal de intervaltimer 99 keer herhaald worden.
De intervaltimer activeren/deactiveren:
- Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u ingedrukt om het optiemenu te openen.
- Blader naar Activeren met en selecteer met .
- Blader verder naar Interval met en selecteer met .
- Druk op aan/uit te zetten en accepteer met . Als de intervaltimer actief is, wordt het intervalpictogram op het scherm weergegeven. of om de intervaltimer
Navigeren tijdens de training
Als u een route wilt rennen of naar een point of interest (POI), kunt u de respectievelijke standaard sportmodus kiezen (Route rennen, POI rennen) vanuit het Training menu en onmiddellijk beginnen met navigeren.
U kunt ook een route of naar een POI navigeren tijdens uw training in andere sportmodi die de GPS hebben geactiveerd.
Hoe tijdens een training te navigeren:
- Terwijl u in een sportmodus bent met de GPS geactiveerd, houdt u ingedrukt om het optiemenu te openen.
- Druk op navigatie te selecteren. om
- Blader naar POI's (Points of interest) of Routes met en selecteer met .
De navigatiebegeleiding wordt als laatste scherm op de geselecteerde sportmodus weergegeven.
Ga naar Navigatie in het optiemenu om de navigatie te deactiveren en selecteer Navigatie beëindigen.
Terug naar start tijdens de training
Suunto Ambit2 slaat automatische het startpunt van uw training op als u GPS gebruikt. Tijdens de training, leidt Suunto Ambit2 u terug naar het startpunt (of naar de locatie waar de GPS-peiling is uitgevoerd) met de Terug naar start-functionaliteit.
Hoe tijdens de training terug naar het startpunt te gaan:
- Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u ingedrukt om het optiemenu te openen.
- Druk op navigatie te selecteren. om
- Blader naar Terug naar start met en selecteer met . De navigatiebegeleiding wordt als laatste scherm op de geselecteerde sportmodus weergegeven.
Route terug gebruiken
Met Route terug kunt u uw route nogmaals bekijken op elk moment tijdens uw training. Suunto Ambit2 creëert tijdelijke markeringspunten om u terug te leiden naar uw beginpunt.
Hoe Route terug te gebruiken tijdens training:
- Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u ingedrukt om het optiemenu te openen.
- Druk op navigatie te selecteren. om
- Blader naar Route terug met en selecteer met .
U kunt nu terug navigeren langs de weg die u ook tijdens routenavigatie hebt gebruikt. Zie Tijdens navigatie voor meer informatie over routenavigatie.
Route terug kan ook worden gebruikt vanuit het logboek met trainingen die GPS-gegevens bevatten. Volg dezelfde procedure als in Route navigeren. Blader naar Logboek in plaats van Routes en selecteer een logboek om de navigatie te beginnen.
Autopauze
Autopauze pauzeert automatisch het vastleggen van uw training wanneer u snelheid onder de 2 km/uur komt. Zodra uw snelheid weer boven de 3 km/uur komt, wordt het vastleggen weer automatisch gestart.
In Movescount kunt u autopauze voor elke sport aan of uit zetten. U kunt autopauze ook tijdens een training aan zetten.
Hoe autopauze tijdens een training aan of uit te zetten:
- Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u ingedrukt om het optiemenu te openen.
- Blader naar Activeren met en selecteer met .
- Blader naar Autopauze met en selecteer met .
- Druk op aan/uit te zetten en accepteer met . of om autopauze