Suunto прилагает все усилия, чтобы этот сайт достиг уровня AA, определенного в Руководстве по обеспечению доступности веб-контента (WCAG) версии 2.0, и соответствовал требованиям других стандартов доступности. Если у вас возникли какие-либо проблемы с доступом к этому сайту, обратитесь в службу поддержки клиентов в США по тел. +1 855 258 0900 (звонок бесплатный).

Suunto Core Gebruikershandleiding -

Profielen en referentiewaarden instellen

Profiel op activiteit aanpassen

U moet het profiel altimeter selecteren wanneer uw buitenactiviteit wijzigingen in hoogte bevat (bijv. een wandeling in een heuvelachtig terrein). U moet het profiel Barometer selecteren wanneer uw buitenactiviteit geen wijzigingen in hoogte bevat (bijv. surfen of zeilen). Voor de juiste lezingen moet u het profiel op de activiteit aanpassen. U kunt uw Suunto Core laten beslissen welk profiel het meest geschikt is voor u op dat moment, of u kunt zelf een geschikt profiel kiezen.

Profielen instellen

Om het profiel in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. In Menu selecteert u alti-baro.
  2. Selecteer Profile.
  3. Kies een geschikt profiel.

Of u kunt het profiel in de modus Alti & Baro instellen door de knop View ingedrukt te houden.

Referentiewaarden instellen

Om de referentiewaarde in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. In Menu selecteert u alti-baro.
  2. Selecteer Reference en kies tussen altimeter en Sea level.
  3. Stel de bekende referentiewaarde in met de knoppen + en - Light.

Setting reference value core

Tijdens uw wandeling pauzeert u zodra u een bord met de huidige hoogte ziet. U controleert de hoogtemeting van uw en ontdekt een klein verschil tussen de twee cijfers. U stelt de referentiewaarde van de hoogte op uw in om deze aan de waarde op het bord aan de passen.

Оглавление