Suunto s'engage à amener ce site Web au niveau AA de conformité aux directives d'accessibilité du contenu Web (Web Content Accessibility Guidelines, WCAG) 2.0 ainsi qu'à assurer sa conformité aux autres normes d'accessibilité. Adressez-vous au Service clients aux États-Unis au +1 855 258 0900 (appel gratuit) si vous rencontrez des problèmes pour accéder aux informations de ce site Web.

Suunto EON Core Gebruikershandleiding 3.0

Deco-profiel

Deco-profiel kan worden geselecteerd in Duikinstellingen » Parameters » Deco-profiel.

Continue decompressieprofiel

Sinds de tafels van Haldane uit 1908 worden decompressiestops vanouds altijd in vaste stappen uitgevoerd, bijvoorbeeld op 15 m, 12 m, 9 m, 6 m en 3 m. Deze praktische methode werd geïntroduceerd vóór de komst van duikcomputers. Maar in feite decomprimeert een duiker bij het opstijgen in een reeks van meer geleidelijke mini-stapjes, waardoor er een eerder vloeiende decompressiecurve ontstaat.

De komst van microprocessoren heeft Suunto in staat gesteld om het werkelijke decompressiegedrag nauwkeuriger in kaart te brengen. De werkhypothese van het Suunto Fused™ RGBM 2-algoritme gaat uit van een continue decompressiecurve.

Tijdens een opstijging met decompressiestops berekenen de Suunto-duikcomputers het punt waarop het controlecompartiment de omgevingsdrukgrens overschrijdt (dat is het punt waarop de weefseldruk hoger is dan de omgevingsdruk), en het ontgassen begint. Dit noemen we de decompressievloer of de ondergrens. Boven deze vloerdiepte en onder de plafonddiepte bevindt zich het ‘decompressivenster’. Het bereik van het decompressivenster is afhankelijk van het duikprofiel.

De ontgassing van het snelle weefsel zal langzaam verlopen op of nabij de vloer, omdat de gradiënt met de buitenomgeving klein is. Bij tragere weefsels kan het zijn dat er nog steeds gassen opgenomen worden en dat de verplichte decompressietijd toeneemt, waardoor het plafond naar beneden kan bewegen en de vloer omhoog kan gaan.

Suunto-RGBM’s optimaliseren deze twee tegenstrijdige bewegingen door een langzame opstijgsnelheid te combineren met een continue decompressiecurve. Het komt er allemaal op neer om het uitzettende gas tijdens een opstijging te controleren. Daarom hanteren alle Suunto-RGBM’s een maximale opstijgsnelheid van 10 m/minuut, wat in de loop der jaren een effectieve beschermingsmaatregel is gebleken.

De decompressievloer is het punt waarop het Suunto RGBM probeert de luchtbelcompressie te maximaliseren, terwijl het decompressieplafond de ontgassing maximaliseert.

Het bijkomende voordeel van een model met een decompressieplafond en -vloer, is dat het er rekening mee houdt dat het in turbulent water moeilijk kan zijn om de exacte diepte voor optimale decompressie aan te houden. Door een diepte aan te houden onder het decompressieplafond maar boven de vloer, decomprimeert de duiker nog steeds, zij het langzamer dan optimaal; bovendien biedt dit een extra buffer om het risico dat de duiker door golven boven het decompressieplafond getild wordt, tot een minimum te beperken. Daarnaast zorgt de continue decompressiecurve die Suunto gebruikt voor een veel soepeler en natuurlijker decompressieprofiel dan de traditionele decompressie in ‘stappen’.

De Suunto EON Core heeft een functie om het decompressieplafond weer te geven. De optimale decompressie vindt plaats in het decompressievenster, dat wordt weergegeven door zowel opwaartse als neerwaartse pijlen. Als de plafonddiepte wordt overschreden, zal een neerwaartse pijl en een hoorbaar alarm de duiker adviseren terug te dalen naar het decompressievenster.

Stappen decompressieprofiel

In dit decompressieprofiel is de opstijging opgedeeld in traditionele trappen of etappes van 3 m (10 ft). In dit model zal de duiker op traditioneel vastgelegde dieptes decompimeren.

Continuous Stepped Eon Core

OPMERKING:

Selectie van decompressieprofiel is beschikbaar vanaf firmwareversie 2.0.

Sommaire