Suunto si impegna per assicurare che questo sito web raggiunga il livello AA di conformità alle Web Content Accessibility Guideline (WCAG) 2.0 e la conformità ad altri standard di accessibilità. Se riscontri problemi con l'accesso alle informazioni di questo sito web, ti preghiamo di contattare il Servizio Clienti al numero verde +1 855 258 0900 (Stati Uniti).

Suunto EON Core Gebruikershandleiding 4.0

Gasmengsels

De Suunto EON Core heeft standaard slechts één gas (lucht) beschikbaar. Het zuurstofpercentage (O2%) is standaard ingesteld op 21% (lucht) en de partiële zuurstofdruk (pO2) op 1,6 bar (23 psi). Je kunt het O2-percentage en de pO2-instellingen wijzigen in het menu Gassen.

OPMERKING:

Wanneer je duikt met nitrox, adviseert Suunto de partiële zuurstofdruk in te stellen op 1,4 bar (20 psi).

Als je maar met één gas duikt, let dan op dat alleen dat gas in het menu Gassen is geselecteerd. Anders gaat de Suunto EON Core ervan uit dat je alle gassen in de lijst gebruikt, en krijg je tijdens de duik een melding voor gaswissels.

Als je meer dan één gas nodig hebt, kun je de optie multigas activeren in je apparaat. Ga naar Duikinstellingen » Parameters en schakel de optie Meerdere gassen in.

Je moet alle gasmengsels die je tijdens de duik wilt gebruiken, invoeren in het menu Gassen omdat het duikalgoritme de opstijgtijd berekent met alle gassen die in het menu Gassen beschikbaar zijn.

Als je trimix-gasmengsels wilt gebruiken (met helium geactiveerd), moet je helium inschakelen onder Duikinstellingen » Parameters. Als je dit gedaan hebt, kun je het heliumpercentage (He%) voor het geselecteerde gas in het menu Gassen wijzigen.

Je kunt ook multigasduiken en helium activeren, de duikmodi configureren en de gasinstellingen wijzigen met behulp van de Suunto-app.

Gaswissel tijdens een duik

Het is van belang dat je begrijpt hoe je Suunto EON Core werkt wanneer je met meerdere gassen duikt. Een voorbeeld, je hebt de volgende gassen voor een duik naar 55 meter (180,5 ft):

  • tx18/45, MOD 62,2 meter (pO2 1,3)
  • tx50/10, MOD 22 m (pO2 1,6)
  • Nx99, MOD 6 m

Tijdens de opstijging krijg je op 22 meter (72 ft) en 6 meter (20 ft) – de MOD (maximale duikdiepte) van het gas – een melding voor een gaswissel. Om een geschikter gas in gebruik te nemen moet je handmatig een gaswissel uitvoeren. Dat doe je zo:

  1. Druk op een knop om de melding voor de gaswissel te bevestigen.
  2. Druk lang op de middelste knop om de gasopties te openen.
  3. Scrol met de bovenste of onderste knop naar het gewenste gas.
  4. Druk op de middelste knop om het geselecteerde gas te bevestigen.
OPMERKING:

Wanneer je op een knop drukt terwijl de melding voor een Gas wisselen op het scherm staat, verdwijnt de melding. Met een druk op de knop bevestig je alleen dat je de melding hebt gezien - er wordt niet automatisch een gaswissel uitgevoerd. Een gaswissel moet je altijd handmatig uitvoeren. Voor een gaswissel moet je de bovenstaande stappen doorlopen.

OPMERKING:

Als je CCR selecteert, worden de gasmengsels ingedeeld op open circuit en op gesloten circuit. Zie Duiken met rebreather.

Gassen aanpassen tijdens de duik

Je mag de gaslijst in het apparaat alleen in noodgevallen wijzigen. Een voorbeeld, door onvoorziene omstandigheden verlies je een gasmengsel; dan moet je je aan de situatie aanpassen en het desbetreffende gasmengsel uit de gassenlijst van de Suunto EON Coreverwijderen. Zo kun je de duik voortzetten en wordt de decompressiestatus op de juiste manier door de duikcomputer berekend.

Het kan ook zijn dat je om de een of andere reden zonder gas komt te zitten en je een gasmengsel van een duikbuddy moet gebruiken. Je kunt de Suunto EON Core dan aan de situatie aanpassen door het nieuwe gasmengsel aan de lijst toe te voegen. Suunto EON Core herberekent de decompressie en toont de juiste informatie.

OPMERKING:

Deze functie is standaard niet ingeschakeld. Je moet deze activeren; daarmee voeg je tijdens de duik een extra stap in het gasmenu toe. De functie is alleen beschikbaar indien er meerdere gassen zijn geselecteerd voor de duikmodus.

Om het wijzigen van gassen mogelijk te maken schakel je de functie in het menu instellingen in onder Duikinstellingen » Parameters » Gassen aanpassen.

Na het inschakelen kun je tijdens een duik met meerdere gassen een nieuw gas toevoegen of een gas dat in de gaslijst staat, verwijderen.

OPMERKING:

Je kunt het gas dat in gebruik is (actief gas), niet wijzigen of verwijderen.

Wanneer Gassen aanpassen ingeschakeld is, kun je gassen die niet in gebruik zijn, uit de gaslijst verwijderen, nieuwe gassen aan de lijst toevoegen en parameters (O2, He, pO2) of inactieve gassen wijzigen.

Isobare contra-diffusie (ICD)

Isobare contra-diffusie (ICD) komt voor wanneer de diffusie van verschillende inerte gassen (zoals stikstof en helium) tijdens een duik in verschillende richtingen plaatsvindt. Met andere woorden, een van de gassen wordt opgenomen door het lichaam terwijl een ander gas wordt vrijgegeven. ICD vormt een risico bij duiken met trimix-mengsels.

Dit kan gebeuren tijdens een duik, bijvoorbeeld wanneer een duiker van een trimix-gas wisselt naar nitrox of lichte trimix. Wanneer de wissel wordt uitgevoerd, vindt de diffusie van helium en stikstof snel in tegenovergestelde richtingen plaats. Dit produceert een tijdelijke verhoging in de totale inerte gasdruk wat kan leiden tot decompressieziekte (DCS).

Er zijn momenteel geen algoritmes die ICD kunnen aanpakken. Daarom moet je daar rekening mee houden bij het plannen van trimix-duiken.

Je kunt Suunto EON Core gebruiken om je trimix-gebruik veilig te plannen. Onder het Gassen-menu kun je het zuurstofpercentage (O2) en het helium-percentage (He) aanpassen om de veranderingen in de partiële druk van stikstof (ppN2) en de partiële druk van helium (ppHe) te zien.

Een stijging in partiële druk wordt aangegeven door een positief getal en een daling met een negatief getal. De veranderingen in ppN2 en ppHe worden weergegeven naast elk gasmengsel waarop je wilt overschakelen. De maximale duikdiepte (Maximum operating depth of MOD) van het ademgas is de diepte waarop de partiële zuurstofdruk (pO2) van het gasmengsel een veilige limiet overschrijdt. Je kunt een pO2-limiet bepalen voor het gas.

Er wordt een ICD-waarschuwing gegenereerd wanneer:

  1. de diepte voor gaswissel groter is dan 10 meter (33 ft);
  2. het geometrisch gemiddelde van de verandering van de partiële druk van N2 en de verandering van de partiële druk van He groter is dan 0,35 bar.

Indien deze limieten worden overschreden tijdens een gaswissel, geeft Suunto EON Core het risico op ICD aan zoals hieronder aangegeven:

isobaric eon

In dit voorbeeld zijn de beschikbare gasmengsels voor een diepe trimix-duik:

  • Trimix 15/55, MOD 76,7 m (pO2 1,3)
  • Trimix 35/15, MOD 27,1 m (pO2 1,3)
  • Trimix 50/10, MOD 22 m (pO2 1,6)
  • Zuurstof, MOD 6 m

Suunto EON Core benadrukt het gevaarlijke ICD wanneer het gasmengsel gewisseld wordt van 15/55 naar 35/15 op een diepte van 27,1 meter.

Indien deze gaswissel wordt uitgevoerd, ligt de verandering in ppN2 en ppHe ver buiten de veilige limieten.

Een manier om het risico op ICD te vermijden is door het heliumgehalte in het eerste decompressiegasmengsel (trimix 35/15) te verhogen naar een 35/32-trimix-mengsel. Door deze verandering heeft het tweede decompressiegas (trimix 50/10) meer helium nodig om het ICD-risico te vermijden. Het tweede decompressiegasmengsel moet trimix 50/12 zijn. Deze wijzigingen zouden de veranderingen in partiële druk op een veilig niveau houden en het gevaar van een plotselinge ICD wegnemen.

Indice