Het display heeft drie functies die je kunt afstellen: de helderheid (Helderheid), of het inactieve display informatie toont (Altijd-aan-display) en of het display geactiveerd wordt wanneer je je pols omhoog brengt en draait (Activeren met pols).
Je kunt de displayfuncties aanpassen in de instellingen onder Algemeen » Display.
De instelling Helderheid bepaalt de algehele intensiteit van de displayhelderheid: Laag, Gemiddeld of Hoog.
De Altijd-aan-display-instelling bepaalt of het inactieve display leeg is of informatie toont, bijvoorbeeld de tijd. Altijd-aan-display kan worden in- of uitgeschakeld:
Met de functie Activeren met pols kun je het display activeren door middel van een polsbeweging om naar je horloge te kijken. De drie opties voor Activeren met pols zijn:
Langdurig gebruik van het display met hoge helderheid verlaagt de batterijduur en kan inbranden van het scherm veroorzaken. Vermijd hoge helderheidsinstellingen voor een langere periode om de schermlevensduur te verlengen.
Voor informatie over de helderheid van de display tijdens het duiken, bekijk je Duikinstellingen.