U moet het profiel altimeter selecteren wanneer uw buitenactiviteit wijzigingen in hoogte bevat (bijv. een wandeling in een heuvelachtig terrein). U moet het profiel Barometer selecteren wanneer uw buitenactiviteit geen wijzigingen in hoogte bevat (bijv. surfen of zeilen). Voor de juiste lezingen moet u het profiel op de activiteit aanpassen. U kunt uw Suunto Essentieel laten beslissen welk profiel het meest geschikt is voor u op dat moment, of u kunt zelf een geschikt profiel kiezen.
Om het profiel in te stellen, gaat u als volgt te werk:
Of u kunt het profiel in de modus Alti & Baro instellen door de knop ingedrukt te houden.
Om de referentiewaarde in te stellen, gaat u als volgt te werk:
Tijdens uw wandeling pauzeert u zodra u een bord met de huidige hoogte ziet. U controleert de hoogtemeting van uw en ontdekt een klein verschil tussen de twee cijfers. U stelt de referentiewaarde van de hoogte op uw in om deze aan de waarde op het bord aan de passen.