De ontwikkeling van Suunto's decompressiemodel begon al in de jaren 80 toen Suunto het model van Bühlmann op basis van M-waarden implementeerde in Suunto SME. Sindsdien hebben onderzoek en ontwikkeling door interne en externe experts geen moment stilgestaan.
Aan het einde van de jaren negentig implementeerde Suunto het RGBM (Reduced Gradient Bubble Model) van Dr. Bruce Wienke als aanvulling op het eerdere model op basis van M-waarden. De eerste producten die met dit algoritme op de markt kwamen, waren de iconische Suunto Vyper en de Suunto Stinger. De veiligheid van de duiker werd aanzienlijk vergroot, aangezien dit model rekening hield met duikomstandigheden die in de modellen op basis van alleen opgelost gas buiten beschouwing bleven:
Het Suunto Fused™ RGBM 2 combineert en verbetert de zeer gerespecteerde Suunto RGBM- en Suunto Fused™ RGBM-decompressiemodellen, die door Suunto samen met Dr. Bruce Wienke zijn ontwikkeld. (Suunto-duikalgoritmen zijn het summum van expertise en kennis die in tientallen jaren van ontwikkeling, testen en vele duizenden duiken zijn vergaard.)
In Suunto Fused™ RGBM zijn de halfwaardetijden van de weefsels afgeleid van Wienkes FullRGBM waarin het menselijke lichaam wordt weergegeven als vijftien verschillende weefselgroepen. FullRGBM maakt gebruik van deze extra weefsels en kan de opname en afvoer van gassen nauwkeuriger weergeven. De stikstof en helium die in de weefsels worden opgenomen en weer wordt afgevoerd, kunnen per weefselgroep worden berekend.
Het Fused™ RGBM 2 ondersteunt duiken met open en gesloten circuit tot een diepte van 150 meter. Vergeleken met eerdere algoritmes is het Fused™ RGBM 2 minder conservatief tijdens diepe duiken op lucht, waardoor de opstijgtijd korter is. Bovendien hoeven de weefsels bij berekening van de duur van het vliegverbod niet langer volledig vrij van restgassen te zijn, waardoor de tijd tussen tussen uw laatste duik en vliegen korter kan zijn.
Een pluspunt is dat het Suunto Fused™ RGBM 2 zich kan aanpassen aan uiteenlopende situaties en daardoor extra veiligheid inbouwt. Voor recreatieve duikers kan zich dat uiten in iets langere geen-decompressietijden, afhankelijk van de gekozen persoonlijke instelling. Het geeft technische duikers met open circuit de mogelijkheid om gasmengsels met helium te gebruiken, waardoor de opstijgtijden na diepere en langere duiken korter zijn. Tenslotte is het Suunto Fused RGBM-algoritme een perfect hulpmiddel voor rebreatherduikers die de duikcomputer gebruiken voor niet-gemonitorde duiken met instelpunten.
SUUNTO D5 ondersteunt geen duiken met Trimix of CCR.
Omdat alle decompressiemodellen zuiver theoretisch zijn en niet daadwerkelijk het lichaam van de duiker kunnen monitoren, kan geen enkel compressiemodel garanderen dat DCS niet zal optreden. Experimenten hebben aangetoond dat het lichaam zich tot op zekere hoogte aanpast aan decompressie als iemand doorlopend en regelmatig duikt. Er zijn twee instellingen voor persoonlijke aanpassingen (P-1 en P-2) beschikbaar voor duikers die doorlopend duiken en bereid zijn meer persoonlijk risico te nemen.
Gebruik altijd dezelfde instellingen voor persoonlijke en hoogteaanpassingen voor de daadwerkelijke duik en voor het plannen ervan. Verhogen van de instellingen voor persoonlijke aanpassingen ten opzichte van de geplande instellingen, evenals het verhogen van hoogteaanpassingen, kan leiden tot langere decompressietijden en daardoor tot de noodzaak van een groter volume aan benodigd gas. Er kan een tekort optreden aan ademgas onder water als uw instellingen voor persoonlijke aanpassingen zijn veranderd nadat het duikplan werd ingesteld.
Reizen naar een hoger gelegen gebied kan het evenwicht van opgeloste stikstof in het lichaam tijdelijk wijzigen. Wij raden u aan om te acclimatiseren op de nieuwe hoogte voordat u gaat duiken.
De atmosferische druk is in hoger gelegen gebied lager dan op zeeniveau. Wanneer u zich naar hoger gelegen gebied heeft begeven, zit er meer stikstof in uw lichaam ten opzichte van de evenwichtige situatie op uw oorspronkelijke hoogte. Deze 'extra' stikstof wordt langzaam vrijgegeven en uiteindelijk zal het evenwicht worden hersteld. Wij raden u aan om ten minste drie uur te wachten voordat u gaat duiken, zodat uw lichaam zich aan de nieuwe hoogte kan aanpassen.
Voordat u in hoger gelegen gebied gaat duiken, moet u de hoogte-instellingen van de duikcomputer aanpassen zodat bij de berekeningen wordt uitgegaan van de juiste hoogte. De maximale partiële stikstofdruk die in het rekenmodel van de duikcomputer is toegestaan, wordt op basis van de lagere omgevingsdruk naar beneden bijgesteld.
Door deze instelling wordt de decompressieberekening automatisch aangepast in overeenstemming met het ingestelde hoogtebereik. U vindt de instelling onder Duikinstellingen » Parameters » Hoogte. U kunt kiezen tussen:
De geen-decompressielimieten worden hierdoor aanzienlijk korter.
SELECTEER DE JUISTE HOOGTE-INSTELLING! Als u op meer dan 300 m/1000 ft boven de zeespiegel gaat duiken, moet de hoogte correct ingesteld worden om de duikcomputer de juiste decompressiestatus te laten berekenen. De duikcomputer is niet bedoeld voor gebruik op meer dan 3000 meter /10000 ft boven de zeespiegel. Als u niet de juiste hoogte hebt ingesteld of boven de maximale hoogtelimiet gaat duiken, zijn de duik- en planningsgegevens foutief.
De berekeningen voor zuurstofblootstelling zijn gebaseerd op tabellen en principes die zijn vastgelegd in de huidige, algemeen geaccepteerde blootstellingtijden. Daarnaast gebruikt de duikcomputer verschillende methoden om de zuurstofblootstelling zo behoudend mogelijk in te schatten. Bijvoorbeeld:
Gegevens gerelateerd aan zuurstof die door de duikcomputer worden weergegeven, zijn ook zodanig opgezet dat alle waarschuwingen en meldingen getoond worden tijdens de overeenkomstige fasen van de duik. Bijvoorbeeld: de volgende informatie wordt voorafgaand en tijdens de duik gegeven als de computer in de Lucht/Nitrox- of Trimix-modus is ingesteld:
WANNEER DE AANDUIDING VAN DE ZUURSTOFLIMIETWAARDE AANGEEFT DAT DE MAXIMALE LIMIET IS BEREIKT, DIENT U ONMIDDELLIJK ACTIE TE ONDERNEMEN OM DE ZUURSTOFBLOOTSTELLING TE VERLAGEN. Als u geen actie onderneemt om de zuurstofblootstelling te verlagen nadat een CNS%/OTU-waarschuwing is afgegeven, kan dit het risico op zuurstofvergiftiging, letsel of de dood tot gevolg hebben.